Pedagogisch project

 

Het pedagogisch project als proces

Het pedagogisch project bevat de missie en de visie die door het schoolbestuur voor de school wordt vastgelegd. Dit wordt in samenspraak met het schoolteam en de schoolraad opgesteld.

Om tot een visie te komen, wordt nagegaan op welke wijze de school kan bijdragen in de groei naar een ideaal mens- en maatschappijbeeld. Hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande feitelijke schoolsituatie.

De samenhangende visie op onderwijs maakt duidelijk waar men met de school naar toe wil. De visie kan op basis van nieuwe inzichten en/of maatschappelijke ontwikkelingen geactualiseerd en opnieuw geformuleerd worden.

Het pedagogisch project als product

Zoals decretaal bepaald, moet het pedagogisch project de fundamentele uitgangspunten bepalen voor de school. Bakens worden uitgeschreven die het onderwijs en de opvoeding op school bepalen en richting geven.

Het pedagogisch project als product vormt de kern van het schoolwerkplan. Het is het uitgangspunt en de leidraad voor de opbouw van het concrete schoolwerk.

Het pedagogisch project kan ook oriënterend zijn voor de ouders bij de keuze van de school in functie van de gewenste opvoeding en onderwijs voor hun kinderen. Bij de inschrijving verklaren de ouders zich akkoord met het pedagogisch project en het schoolreglement.

Elementen van een pedagogisch project

Volgende elementen maken deel uit van het pedagogisch project:

- Gegevens met betrekking tot de situering van de onderwijsinstelling

- Fundamentele uitgangspunten

- Visie op basisonderwijs

Gegevens met betrekking tot de situering van de onderwijsinstelling

- De Boudewijnschool staat onder de bevoegdheid van het schoolbestuur en maakt deel uit van de scholengemeenschap De Balk.

- Als openbare instelling staat de school open voor alle kinderen, welke ook de levensopvatting van de ouders is.

- De vrije keuze van de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd.

- Het onderwijs dat binnen de school door de leerkrachten wordt aangeboden past in het kader van richtlijnen, vastgelegd door het gemeentebestuur.

- Het pedagogisch project bepaalt de aard van het onderwijsaanbod binnen onze school. Van de leerkrachten wordt geëist dat ze volgens de richtlijnen van dit pedagogisch project onderwijs verschaffen.

- Beslissingen inzake gemeentelijk onderwijs, rekening houdend met de vigerende onderwijswetgeving, behoren tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Het gemeentebestuur heeft dus een verregaande autonomie inzake vormgeving en inhoud van haar gemeentelijk onderwijs. Het pedagogisch project geeft vorm aan deze autonomie. Het is een uitermate belangrijk gegeven en een voortdurende verantwoordelijkheid van een democratisch verkozen gemeenteraad.

Fundamentele uitgangspunten

Principiële houdingen t.a.v. mens en maatschappij. Wat voor een mens, wat voor een maatschappij beoogt de school met de opvoeding.

Hieronder tien punten uit het gemeenschappelijk pedagogisch project van het officieel gesubsidieerd onderwijs – stedelijke en gemeentelijke schoolbesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (goedgekeurd door de Raad van bestuur van OVSG)

1. Openheid

De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle leerplichtige jongeren, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit.

2. Verscheidenheid

De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen, die in de gemeenschap leven, onbevooroordeeld met elkaar confronteren. Zij ziet dit als een verrijking voor de gehele schoolbevolking.

3. Democratisch

De school is het product van de fundamenteel democratische overtuiging, dat verschillende opvattingen over mens en maatschappij in de gemeenschap naast elkaar kunnen bestaan.

4. Socialisatie

De school leert jongeren leven met anderen en voedt hen op met het doel hen als volwaardige leden te laten deelhebben aan een democratische en pluralistische samenleving.

5. Emancipatie

De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke onderwijskansen te bieden overeenkomstig hun mogelijkheden. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen mondig en weerbaar te maken.

6. Totale persoon

De school erkent het belang van onderwijs en opvoeding. Zij streeft een harmonische persoonlijkheidsvorming na en hecht evenveel waarde aan kennisverwerving als een attitudevorming.

7. Gelijke kansen

De school treedt compenserend op voor kansarme leerlingen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.

8. Medemens

De school voedt op tot respect voor de eigenheid van elke mens. Zij stelt dat de eigen vrijheid niet kan leiden tot de aantasting van de vrijheid van de medemens. Zij stelt dat een gezonde leefomgeving het onvervreemdbare goed is van elkeen.

9. Europees

De school brengt de leerlingen de gedachte bij van het Europese burgerschap en vraagt aandacht voor het mondiale gebeuren en het multiculturele gemeenschapsleven.

10. Mensenrechten

De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, neemt er de verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.

Visie op basisonderwijs

De fundamentele uitgangspunten, de principiële houdingen die men heeft t.a.v. mens en maatschappij worden vertaald naar de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen.

De fundamentele uitgangspunten zijn met andere woorden een kader waarbinnen men kwalitatief onderwijs in de school wil realiseren. Het is duidelijk dat de fundamentele uitgangspunten die het schoolbestuur vastlegt, gerelateerd moeten worden aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, als minimaal verplicht na te streven en/of te bereiken einddoelen.

In de uitgangspunten bij de ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het basisonderwijs is de entiteit curriculum uitgegaan van een aantal fundamentele elementen in de ontwikkeling van kinderen. Deze elementen situeren zich in drie velden:

a. Basiskenmerken die de kern vormen:

* Het beschikken over een positief zelfbeeld

* Gemotiveerd zijn

* Zelf initiatief nemen

b. De algemene ontwikkeling dat doelen omvat van meer algemene aard. Deze doelen zijn zowel in leergebieden als in leergebiedoverschrijdende thema’s terug te vinden.

* Kunnen communiceren en samenwerken

* Zelfstandigheid aan de dag leggen

* Creatief en probleemoplossend omgaan met de omringende wereld

* Zelfgestuurd leren

c. De specifieke ontwikkeling dat doelen omvat waarvan men de inhouden kan ordenen volgens leergebieden die in het onderwijs meer specifiek aan de orde zijn.

* Lichamelijke opvoeding

* Muzische vorming

* Taal (Frans, Nederlands)

* Wereldoriëntatie

* Wiskunde

Deze drie ontwikkelingsvelden zijn geënt op ‘de wereld’, in zijn ruime betekenis. Het is de werkelijkheid waarin het kind gaat functioneren. Het kind leert de werkelijkheid begrijpen, wordt vaardig en ontwikkelt een positieve houding.

De kwaliteit heeft met andere woorden alles te maken met de fundamentele uitgangspunten die het schoolbestuur vooropstelt en die samen met de scholengemeenschap concreet vorm krijgen. Vanuit dit pedagogisch project werkt het lerarenteam op zodanige wijze aan de realisatie van de

vooropgestelde doelen, dat er recht wordt gedaan aan de kenmerken van goed basisonderwijs. Kwaliteit voor een school betekent dus meer dan de mate waarin en de wijze waarop doelen worden gerealiseerd. De kwaliteit van een school uit zich op de eerste plaats in het dagelijks pedagogisch klimaat, het samenlevingsmodel dat de school uitbouwt, de leef- en werkcultuur die er heerst.

In de visie op basisonderwijs bij de leerplannen heeft OVSG de kenmerken van goed basisonderwijs omschreven.

Deze kenmerken zijn:

* Samenhang

* Totale persoonlijkheidsontwikkeling

* Zorgverbreding

* Actief leren

* Continue ontwikkelingslijn